Neerlandés

editar
een beetje
pronunciación (AFI) /ən beːtjə/

Etimología 1

editar

Compuesto de een y beetje, diminutivo del neerlandés beet.

Locución adverbial

editar
1
Un poco, algo.
  • Ejemplo: 

    Hij greep hem achter de brede, platte kop, een beetje beducht voor de dubbele rij zaagtanden, en trok de haak eruit.Wim Gijsen. De Eersten van Rissan. Página 9. 1987.ª ed, 1980. ISBN: 9029020962.

Información adicional

editar

Referencias y notas

editar